Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH6229

Datum uitspraak2009-03-17
Datum gepubliceerd2009-03-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers04/861089-08; 04/860206-08 (tul)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Groot aantal delicten en recidive belangrijke factor voor het opleggen van forse gevangenisstraf voor jeugdige verdachten.


Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND Parketnummer : 04/861089-08 Parketnummer : 04/860206/08 (tul) Uitspraak d.d. : 17 maart 2009 TEGENSPRAAK VONNIS van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen: naam : [verdachte] voornamen : [verdachte] geboren op : [geboortedatum] adres : [adres] plaats : [woonplaats] thans gedetineerd in [detentieadres] 1. Het onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 maart 2009. 2. De tenlastelegging De verdachte staat terecht ter zake dat: 1. hij op of omstreeks 04 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen autosleutels en/of twee fotocamera's en/of een videocamera en/of een laptop en/of een DVD-speler en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s 61 - 64) 2. hij op of omstreeks 04 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Opel, [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel; artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s 65 - 70) 3. hij op of omstreeks 12 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen een identiteitskaart t.n.v. [slachtoffer 2] en/of een kentekenbewijs [kenteken] en/of een creditcard en/of twee horloges en/of een gitaar en/of een laptop en/of een hoeveelheid geld en/of een paspoort t.n.v. [slachtoffer 3] en/of een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 3] en/of een mobiele telefoon en/of een aantal sleutels, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door een bovenlicht van een raam van voornoemde woning te verbreken; artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s 96 -111) 4. hij op of omstreeks 12 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een personenauto (merk Chrysler, [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk de autosleutel van voornoemde personenauto heeft weggenomen en/of (vervolgens) met die sleutel een portier van die personenauto heeft geopend en/of (vervolgens) in die personenauto is gaan zitten en/of (vervolgens) heeft getracht met die personenauto weg te rijden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s 96 - 111) 5. hij op of omstreeks 07 oktober 2008 in de gemeente Venray, in elk geval in Nederland, een personenauto (merk Citroën, [kenteken]) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van die personenauto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen personenauto betrof; artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht; (pagina’s142 - 154 en aanvullend pv) 6. hij op of omstreeks 12 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen een mobiele telefoon en/of twee horloges en/of een (of meer) geheugenkaart(jes) en/of een fotocamera en/of een zonnebril en/of (een) autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming; artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s155 - 162) 7. hij op of omstreeks 12 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Ford, [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel; artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s 155 - 162) 8. hij in of omstreeks de nacht van 13 op 14 oktober 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen een TV en/of een geldkistje inhoudende een hoeveelheid geld en/of een digitale camera en/of een handboog en/of een aantal mobiele telefoons en/of een aantal portemonnees inhoudende een bankpas, enkele winkelpasjes en een ID-kaart t.n.v. [slachtoffer 5], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of Biljartvereniging [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door een raam van voornoemde woning te verbreken; artikel 311 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s133 - 141) 9. hij op of omstreeks 17 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen autosleutels en/of een tas inhoudende o.a. een GSM en/of een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 6] en/of een paspoort t.n.v. [slachtoffer 6] en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; artikel 310 Wetboek van Strafrecht; (pagina’s 203 - 216) 10. hij op of omstreeks 17 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Renault, [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel. artikel 311 Wetboek van Strafrecht (pagina’s 203 - 216) Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad. 3. De geldigheid van de dagvaarding Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is. 4. De bevoegdheid van de rechtbank Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen. 5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen. 6. Schorsing der vervolging Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken. 7. Bewijsoverwegingen 7.1 Standpunten van de officier van justitie en de verdediging De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 3 maart 2009 gevorderd dat alle ten laste gelegde feiten zullen worden bewezen verklaard. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten, met uitzondering van enkele goederen vermeld in de tenlastelegging onder feit 1 en de strafverzwarende omstandigheid “braak” in dat feit, kunnen worden bewezen verklaard. 7.2 Bewijsmiddelen en overwegingen van de rechtbank De overtuiging van de rechtbank dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen. De hieronder vermelde bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. 7.2.1 (Samenvatting van de) bewijsmiddelen en standpunten van de rechtbank De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de voetnoot met betrekking tot de hieronder opgenomen motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering van het in de wettelijke vorm door opsporingsambtenaren van de regiopolitie Limburg-Noord, district Venray, basiseenheid Venray opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL2351/08-006932, gedateerd 12 januari 2009 en de daarbij behorende bijlagen. Ten aanzien van feit 1 - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte onder meer inhoudende dat [medeverdachte] en hij alleen de DVD-speler en de autosleutels hebben weggenomen; - de bekennende verklaring van de [medeverdachte] in dier voege dat hij die inbraak samen met verdachte heeft gepleegd en dat alleen de DVD-speler is weggenomen ; - de aangifte van [slachtoffer 1] . De rechtbank overweegt als volgt. Nu verdachte en zijn medeverdachte aangeven alleen de in de tenlastelegging vermelde DVD-speler en autosleutels te hebben meegenomen en er geen ander bewijsmiddel is waaruit kan worden afgeleid dat verdachte en/of zijn medeverdachte de overige in de tenlastelegging goederen heeft/hebben meegenomen, kan de rechtbank alleen bewezen verklaren de diefstal van de DVD-speler en de autosleutels en dient verdachte te worden vrijgesproken van de overige in de tenlastelegging vermelde goederen. Ten aanzien van feit 2 - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte; - de bekennende verklaring van de [medeverdachte] ; - de aangifte van [slachtoffer 1] . Ten aanzien van feit 3: - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte onder meer inhoudende dat hij samen met [medeverdachte] een raampje van de woning heeft opengebroken en dat zij een laptop, een gitaar, sleutel sen 2 horloges hebben weggenomen; - de aangifte van [slachtoffer 2] . De rechtbank overweegt als volgt. Nu verdachte bekent alleen de in de tenlastelegging vermelde gitaar, laptop, 2 horloges en sleutels te hebben meegenomen en er geen ander bewijsmiddel is waaruit kan worden afgeleid dat verdachte en/of zijn medeverdachte de overige in de tenlastelegging goederen heeft/hebben meegenomen, kan de rechtbank alleen bewezen verklaren de diefstal van de 2 horloges, gitaar, laptop en sleutels en dient verdachte te worden vrijgesproken van de overige in de tenlastelegging vermelde goederen. Ten aanzien van feit 4 - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte; - de aangifte van [slachtoffer 2] . Ten aanzien van feit 5: - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte; - de bekennende verklaring van [medeverdachte] die de auto heeft gestolen ; - de aangifte van [slachtoffer 8] . Ten aanzien van de feiten 6 en 7: - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte in dier voege dat hij bekent dat hij uit die woning alleen een mobiele telefoon en een autosleutel heeft weggenomen (feit 6), gevolgd door de diefstal van een personenauto, merk Ford, met behulp van de uit de woning weggenomen autosleutel (feit 7); - de aangifte van [slachtoffer 4] . De rechtbank overweegt als volgt. Nu verdachte ten aanzien van tot feit 6 heeft bekend alleen de in de tenlastelegging mobiele telefoon en autosleutel te hebben meegenomen en er geen ander bewijsmiddel is waaruit kan worden afgeleid dat verdachte de overige in de tenlastelegging goederen heeft meegenomen, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de overige in de tenlastelegging vermelde goederen heeft meegenomen, zodat verdachte van die in de tenlastelegging vermelde goederen zal worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 8: - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte; - de bekennende verklaring van [medeverdachte] ; - de aangifte van [slachtoffer 5] . Ten aanzien van de feiten 9 en 10: - de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte; - de aangifte van [slachtoffer 7] 7.3 Bewezenverklaring Op grond van voormelde bewijsmiddelen en overwegingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 04 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen autosleutels en een DVD-speler toebehorende aan [slachtoffer 1]; 2. hij op 04 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Opel, [kenteken]) toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel; 3. hij op 12 september 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen twee horloges en een gitaar en een laptop en een aantal sleutels toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door een bovenlicht van een raam van voornoemde woning te verbreken; 4. hij op 12 september 2008 in de gemeente Venray ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een personenauto (merk Chrysler, [kenteken]), toebehorende aan [slachtoffer 2], met dat oogmerk de autosleutel van voornoemde personenauto heeft weggenomen en vervolgens met die sleutel een portier van die personenauto heeft geopend en vervolgens in die personenauto is gaan zitten en vervolgens heeft getracht met die personenauto weg te rijden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 5. hij op 07 oktober 2008 in de gemeente Venray een personenauto (merk Citroën, [kenteken]) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen personenauto betrof; 6. hij op 12 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen een mobiele telefoon en een autosleutel toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming; 7. hij op 12 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Ford, [kenteken]) toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel; 8. hij in of omstreeks de nacht van 13 op 14 oktober 2008 in de gemeente Venray tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen een TV en een geldkistje inhoudende een hoeveelheid geld en een digitale camera en een handboog en een aantal mobiele telefoons en/of een aantal portemonnees, toebehorende aan [slachtoffer 5] of Biljartvereniging [naam], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door een raam van voornoemde woning te verbreken; 9. hij op 17 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen autosleutels en een tas inhoudende o.a. een GSM en een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 6] en een paspoort t.n.v. [slachtoffer 6] en een portemonnee toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 6]; 10. hij op 17 oktober 2008 in de gemeente Venray met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Renault, [kenteken]), toebehorende aan [slachtoffer 7], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel. Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. 8. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en kwalificatie 8.1. De strafbaarheid Het bewezenverklaarde levert strafbare feiten op nu niet is gebleken van enige omstandigheid die de strafbaarheid opheft. 8.2. Kwalificatie De raadsvrouwe heeft aangevoerd dat er met betrekking tot de feiten 1 en 2, 3 en 4, 6 en 7, 9 en 10 sprake is van een voortgezette handeling, nu aan die feiten telkens één ongeoorloofd wilsbesluit ten grondslag ligt. Het wegnemen van de autosleutels in een woning impliceert dat verdachte ook voornemens is de bij die autosleutel behorende auto weg te nemen, zeker nu tussen het wegnemen van de sleutel en de auto een zeer korte tijdspanne is. De rechtbank overweegt daaromtrent dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij ging inbreken en dat hij ter plaatse besloot wat hij meenam, afhankelijk van hetgeen hij aantrof. Uit deze verklaring van verdachte blijkt dat er bij verdachte sprake is van twee wilsbesluiten, namelijk het besluit om te gaan inbreken en op de plaats van het delict het besluit om weg te nemen wat van zijn gading is. Verdachte heeft niet verklaard dat hij is gaan inbreken met de bedoeling om daar een autosleutel weg te nemen, zodat hij met die sleutel de bij die sleutel behorende auto kon meenemen. De stelling van de verdediging dat er sprake is van een voortgezette handeling op grond van één ongeoorloofd wilsbesluit zijdens verdachte kan, gelet op de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte, geen stand houden en wordt derhalve verworpen. Het ten laste van verdachte bewezenverklaarde levert op de navolgende misdrijven: ten aanzien van feit 1 diefstal door twee of meer verenigde personen ten aanzien van feit 2 diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels. ten aanzien van feit 3 diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak ten aanzien van feit 4 poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels. ten aanzien van feit 5 opzetheling ten aanzien van feit 6 diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming ten aanzien van feit 7 diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels ten aanzien van feit 8 diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak ten aanzien van feit 9 diefstal ten aanzien van feit 10 diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels De misdrijven sub 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8 en 10 zijn strafbaar gesteld bij de artikelen 311 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht. Het misdrijf sub 5 is strafbaar gesteld bij artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht. Het misdrijf sub 9 is strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. 9. De strafbaarheid van verdachte De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu niet is gebleken van enige omstandigheid die verdachtes strafbaarheid opheft. 10. De straf en maatregel 10.1 De eis van de officier van justitie De officier van justitie heeft bij gelegenheid van de terechtzitting op 3 maart 2009 met betrekking tot de op te leggen straf gevorderd dat verdachte ter zake van alle ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van veertig maanden met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. 10.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft ten aanzien van de gevorderde straf aangevoerd dat deze veel te hoog is gelet op de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden. Naast een onvoorwaardelijke zou ook een voorwaardelijke gevangenisstraf moeten worden opgelegd. Het onvoorwaardelijke gedeelte zou 19 maanden en het voorwaardelijke gedeelte 12 maanden behoren te zijn. Aan het voorwaardelijk gedeelte zou als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht kunnen worden verbonden. 10.3 De overwegingen van de rechtbank Ten laste verdachte is een tiental diefstallen bewezen verklaard. Deze diefstallen zijn door verdachte alleen dan wel samen met een ander gepleegd, waarbij schade werd toegebracht. Uit het politieonderzoek is gebleken dat verdachte naast de bewezen verklaarde strafbare feiten ook nog bij vele andere diefstallen, al dan niet gekwalificeerd, betrokken is geweest. De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf rekening gehouden met de ad informandum gevoegde feiten, zoals hierna aangegeven. parketnummer, pleegdatum, pleegplaats, omschrijving feit 861089-08 04 september 2008, [adres], gem. Middelburg Betreft verduistering benzine tw 70 euro (p. 71-80) 861089-08 04 september 2008, [adres], Gem. Venray Diefstal in vereniging van fiets (Giant) (p. 113 - 132) 861089-08 06 oktober 2008, [adres], Gem. Venray inbraak woning in vereniging: weggenomen tv en laptop (aanv. pv) 861089-08 13 oktober 2008, [adres], Gem. Venray Diefstal kentekenplaten [kenteken] (p. 163-177 861089-08 15 oktober 2008, [adres], Gem. Venray Diefstal uit woning; weggenomen oa tas, laptops, IDkaart, GSM's (p. 178 -184) 861089-08 16 oktober 2008, [adres], Gem. Venray Inbraak woning: weggenomen oa tas met inhoud, sleutels, PDA (p. 185-195) 861089-08 14 oktober 2008, [adres], Gem. Venray diefstal in vereniging uit woning weggenomen oa tas (p. 196 - 202) 861089-08 16 september 2008, [adres], Gem. Venray Poging tot inbraak in woning (p. 217 -222) De bewezen verklaarde feiten betreffen onder andere voltooide woninginbraken. Door dergelijk feiten wordt de persoonlijke levenssfeer van anderen ernstig geschonden. Verder is het zo dat het een feit van algemene bekendheid is dat er bij slachtoffers van een delict als het bewezenverklaarde, enige tijd gevoelens van angst, onveiligheid en onzekerheid (kunnen) blijven bestaan. Verdachte en zijn medeverdachte hebben geen moment gedacht aan de gevolgen voor hun slachtoffers. De slachtoffers worden ongewild geconfronteerd met schade en zijn verplicht om - soms omslachtige - administratieve handelingen te verrichten / procedures te volgen om hun schade vergoed te krijgen. In het reclasseringsrapport d.d. 20 februari 2009 staat gerelateerd dat verdachte zich ten aanzien van delicten laconiek opstelt en dat hij daarom na ommekomst van zijn laatste vrijheidsbeneming snel is gaan recidiveren. Blijkens het uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister is verdachte vanaf 2005 diverse malen veroordeeld tot zowel voorwaardelijke als onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen ter zake van onder meer soortelijke delicten als thans bewezen verklaard. Uit het feit dat verdachte wederom zal worden veroordeeld, leidt de rechtbank af dat eerdere voorwaardelijke straffen niet het gewenste effect, namelijk het voorkomen van het plegen van nieuwe strafbare feiten, hebben gehad. Aan enkele van vorenbedoelde veroordelingen is als bijzondere voorwaarde verbonden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen en richtlijnen hem te geven door hulpverleners. Ook deze kansen heeft verdachte niet aangegrepen om zijn leven een positieve wending te geven. De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte geen voorwaardelijke straf meer dient te worden opgelegd, omdat een voorwaardelijke straf verdachte niet ervan weerhoudt te recidiveren. Begeleiding van de reclassering acht de rechtbank thans niet meer geïndiceerd gezien tegen de achtergrond van de tot heden in het verleden een vruchteloos gebleken bemoeienis van die instantie. Het verzoek van de verdediging om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld reclasseringstoezicht op te leggen, wijst de rechtbank af. De rechtbank is van oordeel dat met het oog op een juiste normhandhaving en gelet op alle omstandigheden zoals hierboven vermeld, niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lagere straf dan de hierna vermelde onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. 10.4 De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel De benadeelde partij [slachtoffer 2]. [slachtoffer 2], wonende [adres], heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van de hiervoor onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten geleden materiële schade en immateriële schade. [slachtoffer 2] voornoemd heeft de materiële schade op een bedrag van € 2.012,05 en de immateriële schade op het maximaal toe te kennen bedrag gesteld, en wil die schades vergoed krijgen. Ten laste van verdachte zijn de hiervoor onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten bewezen. Het zijn strafbare feiten en verdachte zal ter zake van die feiten worden veroordeeld. Met betrekking tot de toewijsbaarheid van de hoogte van het schadebedrag overweegt de rechtbank dat de vordering is opgebouwd uit de navolgende posten a. alarminstallatie € 993,00 b. reiskosten, 3x Arnhem € 60,00 c. sloten en afrastering € 120,00 d. 2 dagen verlet € 200,00 e. niet vergoede schade auto € 300,00 f. aanschaf nieuwe planten € 100,00 g. drankje en reiskosten € 238,40 h. verlies gitaar PM i. verlies no claim PM j. verlies laptopbestanden PM Bespreking van de posten. Tijdens de terechtzitting heeft de benadeelde partij naar voren gebracht dat de onder a. en f. vermelde posten zijn ingegeven om het gevoel van onveiligheid te beperken. Met betrekking tot post b., heeft de benadeelde partij tijdens de terechtzitting verklaard dat een in Arnhem aangeschafte jas was weggenomen en dat ten behoeve van de aanschaf van een soortgelijke jas driemaal naar Arnhem is gereisd. Ten aanzien van post g. heeft de benadeelde partij aangegeven dat hij en zijn vrouw na de diefstallen niet meer goed konden slapen, waarna door de benadeelde partij een rustgevend drankje aangeschaft; om in het bezit te komen van dat drankje zijn ook reiskosten gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de onder de posten a., f., e. en g. aangegeven kosten niet worden aangemerkt als kosten die rechtstreeks door de bewezen verklaarde feiten zijn veroorzaakt, zodat de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering dient te worden verklaard ten aanzien van die posten. Met betrekking tot post b. overweegt de rechtbank dat in de onder 3 vermelde tenlastelegging en derhalve ook niet in de bewezenverklaring gewag wordt gemaakt van het wegnemen van een jas. Nu aan deze post dus een feit ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard met betrekking tot deze post. De posten h. en j. heeft de benadeelde tijdens de terechtzitting nader toegelicht. Op de weggenomen laptop waren ook privé fotobestanden aanwezig die de diefstal van de laptop nu weg zijn. Foto’s uit het verleden bekijken, is dus niet meer mogelijk. De weggenomen waardevolle gitaar heeft een flinke emotionele waarde voor de benadeelde partij. Omdat het gemis van de foto’s en het gevoel voor de gitaar niet eenvoudig in geld is uit te drukken, wenst de benadeelde partij het maximaal toe te kennen bedrag aan immateriële schade. Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op de aard van het bewezenverklaarde is het een ervaringsregel dat daardoor bij het slachtoffer immateriële schade van enige omvang wordt veroorzaakt. Het bedrag van de door het slachtoffer opgelopen immateriële schade kan de rechtbank op basis van de haar beschikbare informatie niet exact beoordelen. Een bedrag groot € 300,00 komt de rechtbank zeker redelijk en billijk voor en zij zal daarom een bedrag van € 300,00 als vergoeding voor immateriële schade toekennen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de posten c. en d. die door verdachte onvoldoende zijn weersproken, voor toewijzing vatbaar, zodat de rechtbank het schadebedrag zal vaststellen op een totaalbedrag van € 620,00. (immateriële schade € 300,00 + kosten sloten en afrastering € 120,00, + kosten verlet € 200,00) Verdachte is naar burgerlijk recht, samen met zijn [medeverdachte], aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoren overwogene, beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil. De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van € 620,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 12 dagen, te betalen ten behoeve van [slachtoffer 2], wonende [adres] voornoemd, zoals hierna in het dictum genoemd. 11. Toepasselijke wetsartikelen Na te melden beslissing is gegrond op de artikelen: Wetboek van Strafrecht, artikelen: 10, 24c, 36f, 45, 57, 310, 311, 416 12. De vordering tot tenuitvoerlegging De rechtbank is van oordeel dat nu gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de hiervoor bewezen verklaarde strafbare feiten omtrent de vordering tot tenuitvoerlegging van een aan de verdachte bij een vroegere veroordeling opgelegde voorwaardelijke straf beslist dient te worden zoals hierna is vermeld. BESLISSING De rechtbank: verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten zoals hiervoor omschreven, heeft begaan; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij; verstaat dat het aldus bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en verklaart verdachte ter zake strafbaar; veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van zesendertig maanden; beveelt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] Wijst de vordering van genoemde benadeelde partij gedeeltelijk toe en wel tot een bedrag van € 620,00; veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende [adres], te betalen een bedrag van € 620,00; verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering voor het overig gevorderde; bepaalt dat de verdachte zal zijn bevrijd voor zover voornoemde benadeelde partij - al dan niet via de betaling aan de Staat - door verdachtes [medeverdachte] is voldaan; legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 620,00 subsidiair 12 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 2], wonende [adres], met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft; bepaalt dat indien verdachte en/of zijn [medeverdachte] heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 620,00 ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte en/of voornoemde mededader aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen; veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil. Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Roermond d.d. 16 mei 2008 in de zaak met parketnummer 04/860206-08 aan de veroordeelde opgelegde doch voorwaardelijk niet tenuitvoergelegde straf, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden. Vonnis gewezen door mrs. L.J.A. Crompvoets, E.A.M. van Oorschot en C.C.W.M. Aretz, rechters, van wie mr. E.A.M. van Oorschot voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A.H. Bicker als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 17 maart 2009. Mr. C.C.W.M. Aretz is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen. typ: JBIC